Als ideale representant en indirecte participant van het anno 2011 toch wel legendarisch te noemen Ajax van 95 (uw columnist kwam ter wereld op 17 oktober 1985 en heeft dus 'bewust' meegemaakt hoe een unieke generatie Ajax-talenten destijds de wereld haar wil oplegde) voel ik me geroepen en bijna verantwoordelijk mijn twee-wekelijkse column op voetbalshirts.com als vehikel te gebruiken om deze bij benadering unieke prestatie uiteen te zetten. Aan de hand van sleutelspeler Patrick Kluivert, zijn (te?) vroege carriere hoogtepunt en zijn meer en minder succesvolle vervolgkeuzes een terugblik.

Toen Louis van Gaal als jonge, relatief onervaren assistent-trainer in 1992 het roer overnam betekende dit een revolutie. Na afscheid te hebben genomen van de ervaren krachten Wouters, Jonk, Bergkamp en Van’t Schip was Ajax welhaast gedwongen om terug te vallen op de jeugd. De kern van het elftal, met Blind, de teruggekeerde Frank Rijkaard en de gebroeders De Boer stond. De opkomende generatie, met eerst Edgar Davids en Michael Reiziger en daarna Clarence Seedorf en Patrick Kluivert kreeg zodoende alle ruimte zich te ontwikkelen in het door Van Gaal steevast gehanteerde 4-3-3 systeem. Let wel, met de punt naar voren. De toen nog fameuze Ajax-opleiding kenmerkte zich door vanaf de vroegste jeugdelftallen al in dit systeem te spelen om uiteindelijk tussen de vier lichtmasten van De Meer terecht te komen. Aangevuld met de al vroeg van Willem II gehaalde Marc Overmars en buitenlandse krachten die écht iets toevoegde in de personen van Finidi George en Jari Litmanen wist de gewezen coach een unieke mix te creëren. Zoals bekend domineerde de Amsterdammers in het seizoen 1994-1995 niet alleen de nationale competitie, maar wist het ook Europees succes te behalen in een pre-Bosman tijdperk. Door AC Milan, de grootmacht van weleer met een begroting het driedubbele van die van Ajax driemaal te verslaan wist de club na 22 jaar de Europa Cup 1 te winnen.

 

Laten we het de vloek van de Ajax-school noemen. Een jeugdopleiding zo gespecificeerd op de eigen cultuur brengt spelers voort die slechts kunnen functioneren in de veilige haven van het hen vertrouwde systeem. Het gros van de legendarische selectie wist in internationale sferen nimmer meer het hetzelfde niveau te halen, met Patrick Kluivert als beste voorbeeld. Nu moet gezegd worden dat het hoogtepunt van de spits extreem vroeg in zijn carrière kwam. Als we de carrières van Patrick Kluivert en Ruud van Nistelrooy, beiden van 1 juli 1976, met elkaar vergelijken valt op dat de chronologie het tegenovergestelde van lineair verloopt. Van Nistelrooy kreeg alle ruimte zich via de FC Den Bosch, SC Heerenveen en PSV te ontwikkelen tot een internationaal gewaardeerde doelpuntenmachine. In de tijd dat Kluivert zijn overstap naar Milan beklonk was van Nistelrooy al heel content met zijn transfer naar SC Heerenveen. Patrick Kluivert wist buiten de vleugels van Van Gaal nooit meer te overtuigen. Van Nistelrooy kende een langdurig succesvolle carrière en werd op zijn 34e nog eens gevraagd terug te keren naar de absolute topclub Real Madrid. Patrick Kluivert is nu spitsentrainer bij NEC..

 

Is een geleidelijk opgebouwde carrière een garantie voor succes? In dit geval zeker. Maar we zullen de meest talentvolle Nederlandse spits sinds Marco van Basten niet snel vergeten.

 

Columnist:

Barend Tensen